Wij krijgen vaak de vraag wat het verschil is tussen toneel, theater en drama. Logisch, want de termen worden nogal eens door elkaar gebruikt. Hieronder de verschillen en overeenkomsten.
Drama
Drama betekent letterlijk ‘handeling’ en dat past goed bij wat het is, namelijk een doe-vak. Drama kan in verschillende gebieden worden toegepast, bijvoorbeeld binnen het onderwijs of als therapievorm. In dit artikel richten we ons op drama in het basisonderwijs, aangezien onze lesmethode DramaOnline hierop aansluit. Drama in het basisonderwijs wordt niet gegeven om kinderen beter te leren toneelspelen; het geeft echter wel inzicht in de kunstvorm theater. Drama is procesgericht en niet productgericht. Het maken van een voorstelling of presentatie staat dus niet centraal.
Binnen drama wordt gewerkt aan verschillende vakspecifieke en persoonlijkheidsvormende doelstellingen. Zo leren de leerlingen om te spreken en spelen voor publiek, een interessante scène te ontwikkelen en samen te werken.
Toneel
Met het begrip ‘toneel’ kunnen verschillende dingen bedoeld worden.
- Het podium of de vloer waarop acteurs spelen.
- Een ander woord voor scène, een deel van een bedrijf in een toneelstuk.
- Een theatervorm waarbij een toneelstuk voor publiek wordt opgevoerd.
In onze lesmethode is toneelspel een belangrijke spelvorm. Andere benamingen zijn acteerspel, afspraakspel of dialoogspel. Zoals in het vak drama gebruikelijk is, is de spelvorm toneelspel niet gericht op een eindproduct. In tegenstelling tot de theatervorm toneel, waarbij de acteurs tijdens het repetitieproces een toneelstuk maken en dit uiteindelijk opvoeren voor publiek.
Theater
Theater is een verzamelnaam voor verschillende podiumkunsten, zoals musical, cabaret, improvisatietheater, toneel, opera. Met theater kan ook de plek bedoeld worden waar de uitvoering plaatsvindt, zoals een schouwburg.
Verschillen en overeenkomsten
- Bij toneel en theater is altijd publiek van buitenaf aanwezig. Bij drama kan ook publiek aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij een presentatiemoment van een maakopdracht, maar dit publiek komt uit de eigen groep.
- Na afloop van een uitvoering krijgen de spelers applaus. Bij toneel en theater is dit de afronding van het presentatiemoment en gaat het publiek vervolgens weg. Bij drama wordt na het applaus nabesproken door de leerlingen en spelbegeleider.
- Bij toneel en theater zijn vormgevingsmiddelen als decor, grime en kostuums binnen het eindproduct belangrijk. Bij drama kan de spelbegeleider deze middelen inzetten, maar dan om te inspireren of inzicht te geven in de kunstvorm theater.
- Toneel, theater en drama kunnen alledrie binnen het basisonderwijs plaatsvinden. Toneel en theater op specifieke momenten bijvoorbeeld bij de opvoering van een kerststuk, weeksluiting of de afscheidsmusical. Drama als expressievak, bij voorkeur het hele jaar door. 😉