Dramalessen in de thema's van de Kinderboekenweek

Met het thema Bij mij thuis kun je veel kanten op. Je kunt je namelijk thuis voelen op verschillende manieren, bijvoorbeeld in je huis, in je straat, door bepaalde rituelen of door je familie. En je kunt ook leren van elkaar: wat voor jou thuis is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Tijdens de dramalessen gaan de leerlingen ontdekken wat hun thuis is en wat het zo bijzonder maakt.

Fantasiehuizen (groep 1/2)

In de les fantaseren de leerlingen aan de hand van afbeeldingen van huizen wie er zou kunnen wonen. De leerlingen spelen personages die bij de huizen passen en improviseren korte scènes bij deze personages thuis.

Mijn straat (groep 3/4)

De leerlingen beelden een wandeling door hun straat uit en improviseren handelingen die daarbij passen. In tweetallen maken ze een korte scène op straat waarin zij synchroon een reeks handelingen uitvoeren.

Rituelen (groep 5/6)

In deze les ontdekken de leerlingen dat er bij ieder thuis andere tradities en rituelen zijn. Het uitgangspunt hierbij zijn de rituelen rondom het bereiden en drinken van thee over de hele wereld. 

Mijn bijzondere familie (groep 7/8)

De leerlingen ontdekken wat hun familie bijzonder maakt. Ze improviseren verschillende kenmerken en maken in groepjes een scène waarin een bijzondere familie centraal staat.

Het thema van deze week was Gi-Ga-Groen. Dat thema kun je op verschillende manieren invullen. Denk bijvoorbeeld aan buiten de natuur ontdekken, dieren of het klimaat. In onze serie dramalessen ga je je samen met je leerlingen verdiepen in de natuur om je heen. Neem je leerlingen mee naar buiten en ga op ontdekkingstocht! Hoe voelt het bijvoorbeeld om een boom of een molletje te zijn? Welke geluiden horen bij de natuur? En wat is eigenlijk natuur en wat is de rol van de mens daarin? 

Onder de grond (groep 1/2)

De leerlingen fantaseren over de wereld die zich onder de grond afspeelt. Ze spelen bomen die stevig met hun wortels in de grond staan en de bodemdieren die daartussen leven. 

Bomen (groep 3/4)

De leerlingen focussen op bomen. Ze gebruiken al hun zintuigen om zich in te leven in een boom en beelden uit hoe zij als boom in verschillende situaties zouden reageren.

Buitengeluiden (groep 5/6)

De leerlingen luisteren naar de geluiden in de natuur. Ze maken een hoorspel waarin zij een landschap laten horen dat ruw verstoord wordt door een geluid dat daar niet hoort.

Baas van de natuur (groep 7/8)

De leerlingen denken na over de invloed van de mens op de natuur. Ze maken een scène waarin een landschap langzaam wordt overgenomen door de mens, waarna de natuur zich terugvecht. 

In 2021 maakten de leerlingen kennis met beroepen. Speciaal voor de Kinderboekenweek hebben wij een nieuwe lessenserie ontwikkeld rondom plekken waar je veel verschillende beroepen tegenkomt, zoals het ziekenhuis en de bouwplaats. 

Het restaurant (groep 1/2)

De kleuters bewegen als bestek, brengen eten rond als een ober en koken als een echte kok. De leerlingen spelen zonder geluid en voorwerpen een restaurant (pantomime) en ontdekken welke beroepen daar belangrijk zijn.

Het vliegtuig (groep 3/4)

De les speelt zich af in een vliegtuig. De leerlingen spelen handelingen die passen bij piloten en stewardessen. Door klassikaal spelaanwijzingen te geven passen zij improviserend hun spel aan.

De bouwplaats (groep 5/6)

De leerlingen spelen verschillende beroepen op de bouwplaats. Ze improviseren bijpassende geluiden, teksten en handelingen en passen hun spel aan aan de spelaanwijzingen die gegeven worden.

Het ziekenhuis (groep 7/8)

De les speelt zich af in het ziekenhuis, waarbij de leerlingen afwisselend patiënt en arts spelen. De leerlingen maken in groepjes een scène in de operatiekamer waar een probleem ontstaat. Dit probleem vergroten ze steeds verder uit.

Tijdens de Kinderboekenweek 2020 gingen de leerlingen op tijdreis. En wat blijkt? Voor het ontdekken van andere tijden heb je helemaal geen tijdmachine nodig! Je kunt de geschiedenis namelijk tot leven laten komen door het lezen van boeken. Of maak het verleden tastbaar door een mooie dramales over geschiedenis in te zetten!

Wij kozen in de lessenserie 'De Nachtwacht - En toen...' als invalshoek het schilderij De Nachtwacht van Vincent van Gogh uit 1642. 

De Nachtwacht (groep 1/2)

De leerlingen ervaren de tegenstelling donker en licht, waar Rembrandt gebruik van heeft gemaakt in zijn schilderij. En ze verplaatsen zich in één van de personages van De Nachtwacht. 

De Nachtwacht (groep 3/4)

De leerlingen ontdekken in de les wat het schilderij zo bijzonder maakt, verplaatsen zich in de personages en creëren een moderne Nachtwacht van hun klas.

De Nachtwacht (groep 5/6)

In de les verdiepen de leerlingen zich in de handelingen passend bij de groep schutters op het schilderij en vertalen dit naar andere beroepsgroepen.

De Nachtwacht (groep 7/8)

De leerlingen zien het verschil tussen het werk van Rembrandt en dat van zijn collega schilders. Ze leren natuurlijke bewegingen in een stilstaand beeld te laten zien en dit af te wisselen met geposeerde beelden.

Tijdens de Kinderboekenweek 2019 gingen we op reis. In onze lessenserie 'Reis mee' stonden dan vooral de voertuigen centraal waarmee de reis gemaakt werd. 

Reis mee (groep 1/2)

De leerlingen maken een spannende fietstocht. Ze maken zich eerst klaar voor de tocht, fietsen stukjes met elkaar mee en beleven vervolgens verschillende situaties tijdens het fietsen.

Reis mee (groep 3/4)

De leerlingen leren verschillende soorten boten en schepen kennen. Ze beelden handelingen uit, passend bij een specifiek soort schip, en spelen een scène waarin een probleem op dit schip ontstaat.

Reis mee (groep 5/6)

In de les reizen de leerlingen met de trein. Hierbij spelen ze de rol van machinist, conducteur en treinreiziger.

Reis mee (groep 7/8)

In de les staan beroepen binnen de luchtvaart centraal. De leerlingen maken een bewegingsreeks passend bij een beroep en leren deze uit te vergroten.

De themaweek ging in 2018 over vriendschap en het motto 'Kom erbij'. 

Kom erbij! (groep 1/2)

De leerlingen spelen in deze les dieren uit het liedje 'Ik zag twee beren', die samen een handeling uitvoeren. In de kernopdracht improviseren zij klassikaal een scène waarin het gezellige samenzijn van een groep dierenvrienden wordt verstoord door een ander dier.

Vriendendienst (groep 3/4)

In een vriendschap gaan soms dingen mis. Hoe ga je dan met elkaar om? De leerlingen spelen pantomimisch scènes waarin ze op positieve en op negatieve manieren reageren op de ander.

Dierenvrienden (groep 5/6)

De leerlingen spelen een zelfgekozen dier, waarmee zij samen met een tegengesteld dier een vriendschap opbouwen. Zij ontdekken dat je niet hetzelfde hoeft te zijn om het goed met elkaar te kunnen vinden.

Vriendje gezocht (groep 7/8)

In de les gaan de leerlingen op zoek naar een vriendje. Zij schrijven vanuit een personage een advertentie, die de basis vormt voor een toekomstige vriendschap. 

Gruwelijk Eng was het thema van de Kinderboekenweek 2017. Daarbij hoort natuurlijk griezelen. Griezelen kan natuurlijk op veel manieren, en je kunt er je eigen draai aan geven. Wij maakten er de lessenserie 'Monsters' bij. 

Monsters (groep 1/2)

In de les maken de leerlingen met elkaar een monstermuseum. In dit museum staan beelden van enge, lieve en grappige monsters.

Monsters (groep 3/4)

In de les ontwikkelen de leerlingen een monsterpersonage. Hierbij worden ze geholpen door een medeleerling. Ze besteden aandacht aan de uiterlijke kernmerken en manier van bewegen.

Monsters (groep 5/6)

In de les creëren de leerlingen hun eigen monster. Ze denken daarbij na over uiterlijke kenmerken, karaktertrekken en bijzonderheden. 

Monsters (groep 7/8)

In de les ontwikkelen de leerlingen een monsterpersonage. Hierbij maken ze gebruik van tegenstellingen in uiterlijk en innerlijk.

Het thema van deze Kinderboekenweek was Voor altijd jong. Opa's en oma's stonden centraal tijdens deze kinderboekenweek, omdat zij vaak een belangrijke rol spelen in het leven van kinderen. 

Mijn oma is een ooievaar (groep 1/2)

In de les spelen de leerlingen dieren, die met elkaar gekruist worden. Bijvoorbeeld tot een krokovaar of een tijgofant. Ze leren hoe je verschillende eigenschappen in spel en beweging kunt combineren.

Op pad met Prins Opa (groep 3/4)

De leerlingen maken een zelfde busrit als Keteltje en haar opa, op zoek naar Doffie. Hierbij spelen zij verschillende personages en leren emoties uit te beelden.

Joris en de geheimzinnige toverdrank (groep 5/6)

 In dit boek maakt Joris een toverdrank om af te komen van zijn vervelende oma. De leerlingen zetten het hele verhaal om in foto's en spel, waarin zij hun eigen gekke dieren en ingrediënten voor de toverdrank bedenken.

Voor altijd jong (groep 7/8)

De leerlingen verdiepen zich door middel van improvisatie in het spelen van personages in verschillende leeftijdsfasen. In de kernopdracht maken de leerlingen in groepjes een scène waarin een oudere zich graag voor altijd jong wil voelen.

Nieuwsgierigheid stond in 2015 centraal met de nadruk op boeken over natuur, wetenschap en techniek.

Franky (groep 1/2)

In het boek 'Franky'van Leo Timmers weet Sam zeker dat op verre planeten robots wonen, maar niemand gelooft hem. De leerlingen zetten al improviserend het verhaal om in spel.

Kobe maakt een museum (groep 3/4)

Deze les gaat over verzamelen en ordenen. De leerlingen maken hun eigen tentoonstelling. Eerst met gevonden voorwerpen rondom een thema. En vervolgens met hun eigen lichaam in de hoofdrol.

Stijn, Uitvinder (groep 5/6)

In het boek 'Stijn, uitvinder' van René van der Velde heeft Stijn een grote ontdekking gedaan: hij is uitvinder. Voortaan lost hij elk probleem op met een geweldige uitvinding. In de les wordt gewerkt aan het creëren van simpele problemen en het oplossen ervan. 

Als iemand ooit mijn botjes vindt (groep7/8)

Het boek "Als iemand ooit mijn botjes vindt" van Jaap Robben en Benjamin Leroy bevat een aantal gedichten over Nederlandse woorden die niemand gebruikt en tot leven komen als spannende dieren. In de les zetten de leerlingen een aantal gedichten uit het boek al improviserend om in spel. 

In 2014 bestond de Kinderboekenweek 60 jaar. Het thema was dan ook heel logisch 'Feest'. 

Beer is jarig (groep 1/2)

Deze dramales heeft een teacher-in-role vorm wat in deze les betekent dat jij de rol van Beer speelt. De leerlingen spelen Muis die Beer probeert over te halen om zijn verjaardag te vieren.

Aadje Piraatje viert feest (groep 3/4)

De leerlingen ontwikkelen hun eigen piratenpersonage, waarbij ze een karaktertrek bedenken passend bij hun naam. 

Feestelijke foto (groep 5/6)

Deze dramales naar aanleiding van de Kinderboekenweek 2014 gaat over het maken van foto's tijdens feestelijke gebeurtenissen. 

Uitgenodigd (groep 7/8)

In deze dramales, passend bij de Kinderboekenweek 2014, improviseren de leerlingen feestelijke scènes. Ze schakelen tussen verschillende personages en feestdagen. 

De Kinderboekenweek in 2013 stond volledig in het teken van boeken over bewegen, over winnen en verliezen en over talent en training.

Igor Stippelkampioen (groep 1/2)

In de les wordt aandacht besteed aan fysieke tegenstellingen, zoals groot en klein. De leerlingen beelden sporthandelingen uit en koppelen hieraan emoties.

De Tijdrit (groep 3/4)

Deze dramales hoort bij de Kinderboekenweek 2013 en gaat over het boek "De Tijdrit" door Rod Waters. De leerlingen werken toe naar het maken van een korte scène zonder tekst.

Theatersport (groep 5/6)

In deze dramales improvisatie is gekozen voor simpele improvisaties zonder wedstrijdvorm rondom het thema Sport, zodat de leerlingen binnen een veilige sfeer kennis met de spelvorm kunnen maken.

Het Grote Theaterspel (groep 7/8)

De dramaoefeningen in deze les worden uitgevoerd in teamverband. Ieder team kan ingrediënten (kostuums, rekwisieten, muziek) winnen voor de eindopdracht, waarin een scène gemaakt wordt.

De Gele Ballon (groep 1/2)

In deze dramales bewegingsspel voor groep 1/2 staat het prentenboek 'De gele ballon' van Charlotte Dematons centraal. 

Wereldreis (groep 3/4)

Rondom het thema "Hallo Wereld!" gaan de leerlingen op wereldreis. Ze reizen langs verschillende landen en volkeren.

Tekstacteren (groep 5/6)

In tweetallen maken de leerlingen stap voor stap een korte scène waarin emoties de basis vormen. 

Tekstacteren (groep 7/8)

De leerlingen maken aan de hand van deze dialogen een scène waarin zij zich vooral bezig houden met wie, wat en waar.