Slow motion betekent letterlijk langzame beweging en is een bekende term uit de filmwereld. Vooral in actiefilms worden met behulp van slow motion bepaalde handelingen extra uitgelicht of uitvergroot.
Het toevoegen van slow motion zorgt voor meer nadruk op een beweging, zoals een vuistslag of het neerzetten van een glas. Deze beweging betekent daardoor meer dan de rest van de scène die in normaal tempo getoond wordt.
In dramafilms wordt slow motion vaak gebruikt om de emoties van de personages duidelijk neer te zetten. En om momenten uit het dagelijks leven, zoals het hardlopen in onderstaand fragment, meer gewicht mee te geven.
Slow motion vergroot de spanning, de ontroering en houdt de aandacht van de kijker langer vast. Om die redenen kan slow motion ook bij theater een belangrijke rol spelen. Laat de leerlingen in je dramales dus eens oefenen met slow motion.
- In slow motion is een vechtscène veel interessanter om naar te kijken. (En trouwens ook veiliger, omdat alle bewegingen beter op elkaar afgestemd kunnen worden. ;-))
- Slow motion kan een humoristisch effect hebben. Zeker wanneer dit plotseling gebeurt. De juiste muziek gebruiken werkt absoluut mee.
- Kies een belangrijk kernmoment in een scène, waarbij je het publiek graag wilt meenemen in de emotie of de gedachtegang van het hoofdpersonage. Bijvoorbeeld het moment waarop Sneeuwwitje een hap neemt uit de giftige appel. Of wanneer de zeven dwergen door hebben dat hun geliefde Sneeuwwitje dood is.
Waar je op kunt letten bij het spelen met slow motion
- Stimuleer de leerlingen om uitvergroot te spelen. Slow motion is niet alleen sterk vertraagd spelen, maar is ook extra nadruk leggen op de bewegingen.
- Denk aan de mimiek. Juist in het gezicht kan een emotie goed uitvergroot worden.
- Laat de leerlingen stevig staan. Vertraagd bewegen kan ervoor zorgen dat je uit evenwicht raakt.
- Spreek met de groep een duidelijk moment af waarop de slow motion start en wanneer deze weer eindigt. Hoe beter dit getimed is, hoe sterker het moment overkomt op het publiek.
- Oefen met het goed aanvoelen van elkaar, zodat alle leerlingen even langzaam bewegen.
Dramaoefeningen over slow motion
Schijngevecht
De leerlingen staan in een kring. Eén van de leerlingen geeft de buurman of buurvrouw een vuistslag in het gezicht, zoals in een film, dus zonder de ander daarbij te raken. De leerling doet dat op een overdreven manier en gebruikt daarbij een geluid. De ander incasseert de slag groot en maakt daar ook een geluid bij. Zo gaat het gevecht de kring rond.
Tip: Stimuleer de leerlingen om de bewegingen plus geluiden groot neer te zetten.
Variatie: Je kunt de bewegingen en geluiden ook in slowmotion laten maken.
Handeling in slow motion
De leerlingen staan verdeeld in tweetallen verspreid over de ruimte. Je noemt een handeling, die de leerlingen samen zonder geluid te maken uitbeelden, bijvoorbeeld een fietsband oppompen. Je noemt nu verschillende snelheden waarin de tweetallen hun handeling spelen. Er zijn zes mogelijkheden:
- Normaal: in dit tempo beginnen de leerlingen hun handeling
- Langzaam: de handeling wordt iets langzamer uitgebeeld
- Langzaamst: slow motion
- Snel: de handeling wordt iets sneller uitgebeeld
- Snelst: overhaasten (fast motion)
- Stop: de handeling wordt bevroren
Herhaal dit met een aantal handelingen, zoals een schilderij maken, een ijsje eten, een hondenhok timmeren, de vloer vegen en bloemen plukken.
Laat hierna ieder tweetal heel kort bespreken welke handeling en snelheid zij het leukst vonden en laat hen deze om de beurt presenteren.
Meer doen in het thema film?
Op onze speciale thema-pagina hebben wij al het lesmateriaal rondom het thema film verzameld.