In de theaterwereld worden veel vaktermen gebruikt, die ook goed van pas kunnen komen tijdens je dramales. In dit artikel leggen we uit wat wordt bedoeld met ‘rode rozen rood verven’.
In Alice in Wonderland klinkt het vrolijke liedje ‘We verven de rozen rood’. Met een hele goede reden, want de Hartenvrouw wil geen witte maar rode rozen, dus worden ze snel in het rood overgeverfd, voor er koppen rollen.
Geen rode rozen rood verven
In het theater wordt juist altijd gezegd: ‘geen rode rozen rood verven’. Als rozen al rood zijn, is het natuurlijk onzinnig om ze rood te verven. Met andere woorden, als iets al duidelijk is, hoef je dit niet nog eens extra te benadrukken.
Wanneer een moeder ziet dat haar zoon een bal door de ruit heeft getrapt, terwijl ze hier al tien keer voor gewaarschuwd heeft, is het het meest voor de hand liggend dat ze boos wordt. Bij theater is het juist belangrijk hier niet altijd voor het meest voor de hand liggende weg te kiezen. Het publiek kan zich voorstellen dat ze boos is (ze hebben namelijk gezien dat de ruit stuk is en dat de moeder daar al een aantal maal voor gewaarschuwd heeft); ze zien dus de rode roos. Het is weinig verrassend als die rode roos nu ook nog eens rood geverfd wordt door de tekst boos te schreeuwen. Speel de tekst eens glimlachend, angstig of joviaal. Hierdoor speel je met de verwachting van het publiek en ontstaan verrassende scènes.
Plat spel
Door de tekst en de betekenis ervan (ondertekst) altijd gelijk te houden, krijg je plat spel. Het publiek wil graag uitgedaagd worden en dat wordt het niet bij plat spel. Door iedere betekenis uit te spreken en te spelen, blijft er voor het publiek niets over om zelf in te vullen.
Wanneer een tienermeisje nerveus staat te wachten op een meet & greet met haar idool, kun je haar zwijmelend laten zeggen ‘Ik vind het zo spannend! Hoe zou hij in het echt zijn?’. Interessanter is het om haar haar kleding telkens recht te zien trekken. Of in een tijdschrift met haar idool te zien bladeren. Of haar de tekst juist op een heel nonchalante manier te horen zeggen, alsof de aanstaande ontmoeting haar niets doet.
Loskoppelen van inhoud en vorm
Het loskoppelen van inhoud en vorm kan op veel verschillende manieren. Onder een sterfscène is het het meest voor de hand liggend om een zielig muziekje te draaien. Maar misschien wordt de scène veel interessanter als je een vrolijk of bombastisch nummer kiest.
Een ridder is een harnas is logisch, maar wat gebeurt er als de ridder in een voetbaltenue opkomt? De stiefmoeder van Sneeuwwitje is een gemene vrouw, maar kan zij wellicht het hele verhaal poeslief zijn?
De neiging om inhoud en vorm samen te laten vallen is menselijk. Dit voelt namelijk het meest natuurlijk. Je zult merken dat ook kinderen hiertoe geneigd zijn, tijdens een dramales of in de voorbereiding naar een presentatie. Speel dus ook met de verwachtingen van je leerlingen. Laat hen een tekst vanuit een tegengestelde emotie spelen. Trek de ridder een voetbaltenue aan. Draai heavy metal onder een romantische scène.
Werken met spelkaarten
Een goede manier om de leerlingen te trainen in het ‘geen rode rozen rood verven’ is het werken met Wie, Wat, Waar spelkaarten. Door de leerlingen één of meerdere kaarten te laten trekken en deze informatie in hun scène te laten verwerken, komen ze los van de letterlijke inhoud. Dan wordt de ruzie over wie de TV aan heeft laten staan, opeens gespeeld door twee bowlende apen in een sprookjesbos. En dat is zeker geen rode rozen rood verven.