Binnen een dramales wordt er vaak gewerkt in tweetallen of groepjes. Het indelen van deze groepjes is niet altijd even makkelijk, maar wel belangrijk voor het verloop van de les.
In grote lijnen zijn er 3 mogelijkheden om groepjes in te delen.
1. Leerlingen zelf laten kiezen
Je kunt uiteraard de leerlingen zelf groepjes laten kiezen. Waarschijnlijk zal deze indeling vrij voorspelbaar zijn. Leerlingen zullen graag met hun vriendjes samenwerken en bepaalde leerlingen in de groep mijden.
In principe is er niets mis mee om leerlingen zelf een indeling te laten maken. Bij het vak drama is een veilige sfeer belangrijk om de creativiteit van de klas tot zijn recht te laten komen. En dit kan makkelijker zijn met iemand waar je goed mee op kunt schieten. Zeker bij een groep die nog niet gewend is aan elkaar of aan het vak drama, kan het zelf laten indelen goed werken.
Een nadeel kan echter zijn, dat de creativiteit van de leerlingen minder geprikkeld wordt. Het werkt heel inspirerend om eens met een ander te werken en samen tot nieuwe ideeën te komen.
2. Groepjes met “voorbedachte rade” indelen
Om te voorkomen dat telkens dezelfde leerlingen bij elkaar in de groep terecht komen, kun je hen zelf indelen. Hierbij houd je tijdens het verdelen de groepssamenstelling in de gaten. Op die manier heb je de controle over welke leerlingen wel of juist niet bij elkaar in de groep terecht komen.
3. Groepjes willekeurig indelen
De klas willekeurig in groepjes indelen kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door simpelweg op nummer samen te stellen.
Binnen een dramales is het leuker om via een spelvorm de groepjes te formeren. Plan bijvoorbeeld vóór een maakopdracht een oefening die eindigt in een groepsverdeling. Binnen deze groepjes gaan de leerlingen aan de slag met de opdracht. In de methode van DramaOnline staan diverse spelvormen die geschikt zijn. Hieronder vind je er een aantal beschreven.
Alle mogelijkheden om groepjes in te delen, werken prima. Wissel ze af. Zo hebben de leerlingen de ene keer de veilige sfeer om samen te werken met een vriendje en worden zij de volgende opdracht gestimuleerd om met iemand waar ze minder (goed) contact mee hebben een mooie scène neer te zetten. Dit voorkomt strijd tussen de leerlingen; ze weten waar ze aan toe zijn. En een ontspannen sfeer komt je les uiteraard alleen maar ten goede.
Oefeningen om groepjes in te delen:
Van klein naar groot
De leerlingen dansen door de ruimte. Wanneer de muziek stopt, stellen de leerlingen zich op in een rij van klein naar groot. Als de muziek weer start, dansen de leerlingen verder. Dit herhaal je een aantal keer. Stimuleer de groep om steeds sneller hun plek te vinden. Vervolgens deel je de rij op in kleinere groepjes.
Variatie: In plaats van indelen op lengte, kun je de leerlingen ook vragen op alfabetische volgorde van hun naam te gaan staan.
Aantal dansers
De leerlingen dansen door de ruimte. Je noemt een nummer, bijvoorbeeld 5. De leerlingen maken nu direct groepjes van 5 en dansen met elkaar. Wanneer je 1 roept, dansen ze weer solo verder. Dit herhaal je met verschillende aantallen. Het is belangrijk dat de leerlingen in de groepjes goed met elkaar samenwerken, zodat de dans er zo synchroon mogelijk uitziet. Wanneer de leerlingen niet precies verdeeld kunnen worden in het aantal dat je noemt, stellen de overgebleven leerlingen een eigen kleiner groepje samen. Eindig met het aantal leerlingen waarin je graag de groepjes voor de volgende opdracht verdeeld wilt hebben.
Romeo en Julia
Elke leerling krijgt een sticker op de rug geplakt met een woord. Deze woorden horen in duo’s bij elkaar, bijvoorbeeld Romeo en Julia. De leerlingen zoeken nu hun partner door middel van het stellen van vragen over zichzelf die alleen beantwoord mogen worden met “ja” of “nee”. Als het duo elkaar gevonden heeft, gaan zij op de grond zitten.
Voorbeelden voor stickers:
- Romeo en Julia
- Kip en haan
- Circusdirecteur en acrobaat
- Tennisracket en bal
Wanneer je grotere groepjes nodig hebt, maak je sets van bijvoorbeeld 4 woorden, zoals “kip”, “haan”, “ei” en “kuiken”.
Gekleurde groepjes
Elke leerling krijgt een sticker op het voorhoofd geplakt met een bepaalde kleur. De leerlingen vormen nu zo snel mogelijk groepjes waarbij de verschillende kleuren per groep gesorteerd zijn. Bij deze oefening mag niet gepraat worden.
Zoek je liedje
Je geeft elke leerling een kaartje met daarop een liedje. Zorg ervoor dat er van elk liedje minimaal 4 kaartjes worden uitgedeeld. De leerlingen lopen door de ruimte en zingen dit lied hardop. Ze proberen al zingend de overige leerlingen te vinden die hetzelfde lied zingen. Wanneer het groepje compleet is, staan de leerlingen stil en zingen gezamenlijk het lied verder.
Op volgorde 1
De leerlingen staan in de ruimte met de ogen dicht. Je fluistert ieder van hen een nummer in het oor. Wanneer er 20 leerlingen meedoen, nummer 1 tot en met 20. Iedere leerling die een nummer gekregen heeft, steekt zijn of haar vinger op, zodat je weet wie je gehad hebt. De groep gaat nu op volgorde van nummer 1 tot en met 20 staan met de ogen dicht. Er mag hierbij gepraat worden.
Doe de oefening een aantal keer, waarbij je de leerlingen telkens een tactiek met elkaar laat afspreken. Na de laatste keer deel je de leerlingen op rij in in groepjes.
Op volgorde 2
Dezelfde oefening als hiervoor, maar nu met de ogen dicht en zonder geluid te maken.
Interview
De leerlingen lopen door de ruimte en zoeken groepjes bij elkaar in de door jou genoemde grootte. De leerlingen in elk groepje moeten echter 3 overeenkomsten met elkaar hebben. Bijvoorbeeld alledrie een jonger zusje, zwarte schoenen en rekenen als lievelingsvak. De leerlingen mogen elkaar vragen stellen om geschikte groepjes te kunnen vormen.
Stop de dans
De leerlingen dansen door de ruimte. Wanneer de muziek stopt, staan de leerlingen zo snel mogelijk stil. Dit herhaal je een aantal keer. Na de laatste keer dansen stel je de groepjes samen van leerlingen die dicht bij elkaar in de buurt staan.
Angelique
op 23 Oct 2017Rik (DramaOnline)
op 23 Oct 2017