DramaOnline is een complete dramamethode voor het basisonderwijs, van groep 1 t/m 8. Een schat aan waardevol lesmateriaal: honderden kant-en-klare dramalessen, korte dramaoefeningen, instructievideo's en spelkaarten. DramaOnline biedt enerzijds structuur en houvast en tegelijkertijd alle vrijheid om jouw lesprogramma vorm te geven zoals jij wilt.
Hieronder vind je de dramales stap voor stap uitgewerkt. Muziek en instructievideo's zijn (net als in de methode) toegevoegd.
Wil je meer? Neem dan gerust een kijkje op onze website voor alle info over de lesmethode.
Of vraag een jaarabonnement aan.
Veel plezier met de dramalessen!
Verkeer
- dramales voor groep 3/4 -
Deze dramales voor groep 3/4 heeft als thema Verkeer. De leerlingen oefenen met bekende verkeerssituaties, waarbij de nadruk ligt op hun reis van huis naar school. Ze spelen in tweetallen scènes waarin ze zich afwisselend wel en niet aan de verkeersregels houden. Zij worden al improviserend door een agent op hun gedrag aangesproken.
De leerlingen lopen in stilte door de ruimte. Het tempo waarin zij lopen, wordt door jou bepaald. Je benoemt het aantal kilometers per uur. Bij bijvoorbeeld 10 kilometer per uur lopen de leerlingen in rustig tempo, bij 120 kilometer per uur rennen zij door de ruimte. Gebruik snelheden die op verkeersborden te vinden zijn. Tijdens het verplaatsen door de ruimte is de groep alert, zodat er geen botsingen plaatsvinden.
Variatie: Wanneer de leerlingen de verkeersborden met maximale toegestane snelheid kennen, is het ook mogelijk deze omhoog te houden in plaats van de snelheid te noemen.
De leerlingen lopen door de ruimte. Je spreekt met hen commando's af. Wanneer je een aantal keer op het fluitje blaast, voeren de leerlingen direct de bijbehorende verkeershandeling uit zonder geluid. Hierna lopen ze weer verder. Oefen eerst met twee commando's en breid dit langzaam uit.
Voorbeelden:
1x - stoppen bij een rood stoplicht
2x - doorlopen bij een groen stoplicht
3x - rondje lopen over rotonde
4x - goed kijken (links, rechts, links) en oversteken
5x - sprintje trekken om de bus te halen
De leerlingen staan verdeeld in tweetallen in de ruimte. Je noemt een vervoersmiddel waarmee je naar school zou kunnen gaan (bijvoorbeeld lopend, op de fiets, in de auto, met de bus of met de scooter). De tweetallen beelden bijvoorbeeld uit dat zij samen op de fiets naar school gaan. Hierbij laten zij zien hoe het wat betreft veiligheid en verkeersregels hoort. Zij fietsen netjes naast elkaar, stoppen bij een rood stoplicht, steken hun hand uit als ze afslaan en laten een voetganger voor gaan bij het zebrapad. Je kunt tijdens het uitbeelden situaties noemen die zij onderweg tegenkomen. Bijvoorbeeld een hondje steekt plotseling over, het stoplicht gaat op oranje, er komt een auto van rechts. De tweetallen verwerken dat al improviserend in hun spel.
Herhaal dit met een aantal verschillende vervoersmiddelen en bijbehorende situaties. De nadruk in deze oefening ligt op het laten zien hoe het hoort in het verkeer.
De leerlingen zitten aan de kant. Zij blijven daarbij verdeeld in de tweetallen uit de vorige oefening. Een tweetal komt de speelvloer op. Je vertelt hen een vervoersmiddel waarmee ze naar school komen en een verkeersregel die zij overtreden. Doe dit zachtjes, zodat de rest van de groep het niet hoort.
Het tweetal speelt nu dat zij op weg naar school zijn in of op het vervoersmiddel dat je genoemd hebt en overtreedt daarbij de ingefluisterde regel. Zij mogen tekst gebruiken om iets te verduidelijken, maar het niet letterlijk benoemen. Als zij de situatie hebben gespeeld, komt op jouw teken één van de leerlingen van de kant de vloer op en spreekt hen aan als politieagent. De agent benoemt wat hij of zij gezien heeft en vertelt wat daar onveilig aan is. Zij spelen kort de situatie uit. Als het niet klopt wat de agent gezien heeft, mag een volgende leerling als agent de speelvloer op.
Herhaal dit met een aantal of alle tweetallen. Geef telkens een ander vervoersmiddel met bijbehorende overtreding.
Voorbeelden:
De leerlingen lopen door de ruimte in hun eigen tempo. Wanneer ze een andere leerling tegenkomen, lopen ze een stukje verder als tweetal. Hierbij passen ze zich aan aan elkaars tempo, waardoor het tweetal precies gelijk loopt. Er mag hierbij geen tekst gebruikt worden. Vervolgens lopen zij weer verder op hun eigen manier en ontmoeten een volgende leerling waarmee ze een tijdje in hetzelfde tempo lopen.
Kant-en-klaar lesmateriaal
Complete lesmethode
Altijd actueel
Ontwerp je eigen leerlijn
Zonder zorgen aan de slag
Advies & begeleiding
Klaar om je te laten inspireren door DramaOnline?