De termen typetje en personage worden vaak door elkaar heen gebruikt. Maar toch betekenen ze niet helemaal hetzelfde.
Wat is een type?
Een type is een plat of statisch karakter (in het Engels flat character genoemd). Een niet-uitgediept karakter met maar één hoofdeigenschap. De domme boef bijvoorbeeld. Een type zal nooit de hoofdfiguur in een verhaal zijn, omdat hij of zij geen ontwikkeling meemaakt. Het publiek ziet alleen een boef, die telkens struikelt over zijn eigen broekspijpen.
In groep 8 musicals zitten vaak een groot aantal types. Stereotiepe figuren die snel de lachers op hun hand hebben. Omdat de figuur zich niet ontwikkelt is het belangrijk dat een type direct ‘staat’. Uiterlijkheden, zoals kostuum, houding, mimiek en stem, zijn hierbij leidend.
Wat is een personage?
Een personage of rol is een rond, dynamisch karakter. Een personage maakt juist wel een karakterontwikkeling door en heeft een complexere persoonlijkheid. Het is even onvoorspelbaar als een echt mens. Aan het begin van het verhaal is een personage anders dan aan het eind, omdat hij of zij iets heeft meegemaakt.
Bij het ontwikkelen van een personage is het belangrijk om na te denken over wat er onder de oppervlakte ligt. Heeft het personage een hobby? In wat voor een huis woont het personage? Is het personage bang voor andere mensen of juist open voor anderen? Wellicht zullen niet alle details in een scène naar boven komen, maar het geeft een personage wel meer diepgang en het geeft de speler houvast.