Nationale Voorleesdagen 2021

Wat leuk dat je meedoet met onze actie voor de Nationale Voorleesdagen!

De creatieve opdrachten die we voor deze 'Coco kan het-dagen' hebben geselecteerd, hebben weinig tot geen voorbereiding nodig. En kun je dus direct in je huiskamer of aan de keukentafel uitvoeren.

Voor je morgen met de eerste opdracht begint, is het natuurlijk fijn dat je kind het verhaal van 'Coco kan het!' kent. Misschien heb je het boek al in huis of wil je het bestellen (met of zonder vingerpoppetje).

Op YouTube kun je veel filmpjes vinden waarin het boek wordt voorgelezen. Of zing samen het officiële 'Coco kan het!'-singalong-lied.

Doe dit gerust nog een aantal keer deze dagen. Kinderen vinden het fijn om een verhaal meerdere keren te horen. 

Soms is het prettig om een oefening met muziek te ondersteunen. Onze muziektips kun je vinden op onze CD met theatrale muziek. Deze is hier te koop. Maar je kunt natuurlijk ook prima eigen muziek inzetten.

Veel plezier!

In het boek durft Coco niet te vliegen. Wat durf jij niet?

Vraag je kind uit te beelden waar Coco bang voor was (vliegen). Beeld iets uit waar je zelf bang voor bent of wat je niet kunt. Laat je kind ook iets uitbeelden wat hij of zij spannend vindt of niet kan. Jij mag raden wat het is.

Als je kind het lastig vindt om zelf iets te bedenken, kun je helpen door verschillende voorbeelden te noemen die je kind vervolgens uitbeeldt. Bijvoorbeeld: onder water zwemmen, een grote spin oppakken, een draak verslaan.

Bespreek samen:

Is het erg als je iets niet durft? Wat zou je kunnen doen als je ergens bang voor bent?

De mama van Coco kan vliegen. Wie en wat kan nog meer vliegen?

Je kind staat in de kamer. Je noemt een dier of voorwerp dat kan vliegen.  Voorbeelden: vliegtuig, ballon, zwaan, mug. Je kind beeldt dit zo goed mogelijk uit en mag hier geluid bij maken. Wanneer je iets noemt wat niet kan vliegen, zoals een trein of olifant, blijft je kind stil staan.

En kan Coco vliegen?

Coco is bang om te vliegen. Hoe kun je laten zien in je lijf en gezicht dat je bang bent?

Je kind loopt door de kamer. Je noemt het personage 'mama van Coco' uit het boek. Je kind past direct de bewegingen aan en vliegt als de moeder van Coco door de kamer. Dit doet hij/zij vol zelfvertrouwen. Vervolgens zeg je: Coco! Nu verandert het kind in een bange vogel. Als je de muziek stopt, bevriest je kind in een stilstaand beeld.

Wissel de twee personages telkens af: moeder (dapper) en Coco (bang).

En vergeet niet af en toe de muziek te pauzeren.

Coco wil helemaal niet leren vliegen, want ze heeft het naar haar zin in het nest. Daar doen ze gezellige dingen!

Jullie zitten samen op de bank. Je doet als moeder- of vadervogel zonder geluid een aantal handelingen voor, die passen bij een gezellige familiesituatie. Bijvoorbeeld thee drinken, een boek voorlezen, een kleurplaat kleuren, de kinderen een aai geven en zingen. Coco reageert hierop zonder geluid. Vraag een aantal extra suggesties aan je kind. Welke gezellige dingen doen jullie nog meer thuis?

Als laatste handeling valt het vogeltje langzaam in slaap.

Eerst durfde Coco niet te vliegen, maar toen ze eenmaal gewend was, wilde ze niet meer stoppen.

Je kind vliegt als Coco door de kamer. Je noemt een emotie, die je kind verbindt aan de manier van vliegen. Bijvoorbeeld bang, boos, blij, verliefd, trots. Geef voldoende tijd om het vliegen plus emotie uit te beelden. Vraag je kind hierna om Coco te spelen, die andere activiteiten uitbeeldt. Zoals tekenen, fietsen, lezen. Ook hier kun je emoties aan toevoegen.

Coco is heel trots dat ze kan vliegen. Ben jij weleens trots?

Je kind staat in de kamer. Je noemt verschillende situaties. Je kind beeldt uit dat hij/zij zich in deze situatie bevindt plus de bijpassende emotie.

Voorbeelden:

• Je hebt voor het eerst zelf je veters gestrikt (trots)
• Je durft in je eentje naar huis te lopen (dapper)
• Je hamster is net doodgegaan (bedroefd)
• Je durft de burgemeester geen hand te geven (verlegen)
• Je buurjongen zegt dat je lelijk haar hebt (boos)
• Je vriend of vriendin heeft mooiere kleren aan dan jij (jaloers)
• Je vindt je klasgenoot heel erg lief en mooi (verliefd)
• Je hebt een nieuwe fiets gekregen (blij)
• Je ziet de hele enge hond van de buren (bang)
• Iemand tikt je opeens op je schouder (geschrokken)
• Je hebt de hele dag vrij, maar weet niets te doen (verveeld)

Tip: Wanneer je kind het lastig vindt om de emotie er zelf bij te bedenken, kun je dit na elke situatie kort benoemen met elkaar, waarna je kind het zelf uitbeeldt.

De schrijfster van 'Coco kan het!', Loes Riphagen, heeft een leuke knutselplaat en kleurplaat ontworpen. 

Download de bladen en maak je eigen Coco!

Loes Riphagen heeft ook filmpjes waarin ze stap voor stap uitlegt hoe ze de dieren in haar boeken, en dus ook Coco, maakt. 

Volg de aanwijzingen en maak je eigen vogel, poes of lieveheersbeestje.

In het boek is Coco bang, blij, trots. Welke emoties ken je nog meer?

Je kind danst door de kamer, in een door jou genoemde emotie.  Voorbeelden: blij, bang, verdrietig, verliefd, boos en trots. Wanneer de muziek stopt, staat je kind zo snel mogelijk stil. Dit herhaal je een aantal keer met telkens een andere emotie.  

Coco is heel blij om weer lekker thuis bij haar moeder te zijn.

Je danst samen met je kind  als vogels door de kamer. Als de muziek stopt, zoeken jullie zo snel mogelijk je vogelvriendje op en gaan in hurkzit tegenover elkaar zitten met de handen op elkaars schouders.

Herhaal dit een aantal maal.