Mise-en-scène is een term die vaak in theater gebruikt wordt en waarmee de enscenering van het toneelbeeld bedoeld wordt. De posities van de personages en het decor vallen onder de mise-en-scène.
Een helder toneelbeeld
Een juiste plaatsing van het decor zorgt voor een helder toneelbeeld. Waar zet je de decorstukken neer? In het midden van het speelvlak of juist niet? Op het voortoneel of het achtertoneel? Een enkele bezem vooraan in het midden van het toneel zegt iets heel anders dan een bezem ver weg geplaatst tussen andere spullen in.
Overbodige decordelen zorgen voor ruis. Draagt alles wat op het podium staat bij aan de betekenis van de voorstelling? Een vol toneelbeeld kan voor onrust bij publiek en spelers zorgen.
Naar voren
Leerlingen hebben vaak de neiging tijdens een presentatie op het achtertoneel te gaan staan, oftewel zo ver mogelijk bij het publiek vandaan. Dit komt de overdracht van spel en tekst niet ten goede. Stimuleer de leerlingen dus tijdens de repetities al om voor op het speelvlak te spelen. Je kunt dit vlak bijvoorbeeld markeren met tape op de vloer.
In evenwicht
Publiek kijkt graag naar een toneelbeeld dat in evenwicht is. Alle spelers opgepropt aan de rechterkant van het podium is bijvoorbeeld geen prettig beeld. De mise-en-scène is niet in balans en niet ruimtelijk. Behalve natuurlijk als je hier iets mee wilt zeggen. Wanneer je het gevoel van een legbatterijkip wilt verbeelden. Of het overdonderende effect van een grote groep reuzen tegenover een klein meisje dat straks aan de andere kant van het podium opkomt wilt laten zien.
Experimenteer gerust met de mise-en-scène. Maak de opkomst en afgang van de personages niet te voor de hand liggend. Laat de leerlingen tijdens het zingen van een lied eens niet in één lange rij naast elkaar staan, maar verdeel ze in groepjes over het hele podium. Denk ook eens aan de verschillende hoogtelagen; kan de koning zijn speech bijvoorbeeld vanaf een ladder voordragen?
Een mooie dramaoefening om de leerlingen bewust te maken van mise-en-scène is Beeld in evenwicht:
De leerlingen zitten aan de kant. Eén leerling gaat de vloer op en gaat daar in een stilstaande houding staan, zitten of liggen. De volgende leerling komt er bij en neemt ook een pose aan. Hierbij is het de bedoeling dat de verdeling in de ruimte in evenwicht blijft. Hierbij kan bijvoorbeeld gelet worden op positie op de vloer, houding, afstand en hoogtelagen. Elke leerling die er bij komt, zorgt dat het beeld in evenwicht blijft. Wanneer alle leerlingen op de vloer zijn, kun je hen om de beurt weer het spel laten verlaten. Elke speler die de speelvloer heeft verlaten, kiest de volgende leerling die naar de kant komt. Hierbij wordt wederom gelet op de verdeling in de ruimte.