Levend alfabet

In deze dramales voor groep 3/4 bewegen de leerlingen als letters van het alfabet. De leerlingen laten de letters tot leven komen en verzamelen woorden passend bij een beginletter.

Introduceer het thema van de les: 'Stel je voor: de letters van het alfabet zijn tot leven gekomen! Ze bewegen, ze maken geluid en sommige letters maken zelfs een woord. Vandaag gaan wij het alfabet verkennen. Wat voor vormen, geluiden en bewegingen horen bij de letters?'

Laat een letter zien, bijvoorbeeld in een boek. Wie kan deze letter maken met zijn of haar lichaam? En hoe zou deze letter bewegen? Welk geluid zou deze letter maken?

Let op: Je kunt in deze dramales zelf een keuze voor blokletters of schrijfletters maken. Afhankelijk van de methode die binnen jouw school wordt gebruikt.

Tip: Het prentenboek 'Alfabet' van Charlotte Dematons sluit mooi aan bij deze dramales.

De leerlingen lopen door de ruimte. Noem een letter die de leerlingen kennen en die gemakkelijk met het lichaam uit te beelden is. Bijvoorbeeld de S, O, I, V, T.

De leerlingen bewegen direct als die letter. Bij een S kunnen ze bijvoorbeeld kronkelen met hun lichaam, bij een O maken ze ronde vormen. Kunnen de leerlingen ook geluid maken bij de letters?

Herhaal dit met verschillende letters.

Muziek Les CD 1, nr. 8

Verdeel de leerlingen in tweetallen. Noem klassikaal een letter, bijvoorbeeld de O. Plus een woord dat past bij deze letter, bijvoorbeeld Opa.

De tweetallen bewegen door de ruimte als dit woord. In dit geval spelen zij een opa. Herhaal dit met een aantal verschillende woorden, passend bij de genoemde letter. Bij Puzzel hoeven ze niet zelf een puzzel te spelen, maar kunnen ze uitbeelden dat ze een puzzel aan het maken zijn.

Laat vervolgens ook andere letters aan bod komen.

De leerlingen mogen geluid maken tijdens het spel, maar zorg ervoor dat ze aandachtig blijven luisteren naar jouw aanwijzingen.

Voorbeelden:

O - Opa, Olifant, Oven, Octopus, Orkaan, Onweer

S - Slang, Schildpad, Ster, Safari, Slinger, Sleutels

M - Muis, Molen, Maan, Monster, Muziek, Mango

P - Pauw, Paddenstoel, Pinguïn, Puzzel, Prinses, Piramide

Verdeel de leerlingen in groepjes van ongeveer 4 personen. Fluister ieder groepje een letter in. Kies letters die de leerlingen kennen en waar zij gemakkelijk woorden bij kunnen bedenken.

De groepjes verzamelen woorden die met de genoemde letter beginnen. Je kunt ze pen en papier geven om deze te noteren. Uit de lijst kiezen ze vier woorden die ze goed kunnen uitbeelden. De leerlingen oefenen hoe zij deze woorden het best kunnen spelen. Ze mogen hierbij geluid maken, maar het woord of de letter mag niet genoemd worden.

Hierna laten de groepjes hun presentatie zien. Kan het publiek raden welke woorden worden uitgebeeld? En dus wat de beginletter is die het groepje ingefluisterd heeft gekregen?

Tip: Je kunt de spelers tijdens hun presentatie kort laten bevriezen. Op dat moment kun je samen met het publiek rustig bekijken en overleggen welke woorden worden gespeeld.

De leerlingen staan in de kring. Noem een letter. De leerlingen maken zo snel mogelijk met hun lichaam deze letter na in een stilstaande pose. Wie de origineelste houding heeft, mag de volgende letter noemen.