Kinderen vinden niets leuker dan zichzelf verkleden. Van kleuters tot bovenbouw, bijna ieder kind beleeft plezier aan het zich uitdossen als een ander. Ook in de dramales is kleding van toegevoegde waarde. In dit artikel lees je hoe je kostuums in kunt zetten in de dramales.
Inspireren of versterken
Het gebruik van kostuums in de dramales kun je indelen in twee categorieën: als inspiratiebron en als versterking of verrijking van een personage.
De leerlingen kunnen zich laten inspireren door een hoedje of jurk en van daaruit een personage of verhaallijn ontwikkelen. Het hoedje is bijvoorbeeld van een oude man die zijn hondje kwijt is. Of de jurk is het topstuk tijdens een modeshow in Parijs.
Daarnaast is het ook mogelijk de leerlingen kostuums te laten kiezen bij de personages die ze ontwikkeld hebben. Hierbij wordt dus kleding gezocht passend bij de scène.
Hoe kies je de juiste kostuums?
Het belangrijkst bij het kiezen van kledingstukken is of het tot de verbeelding spreekt. Complete Batmanpakken of Mega Mindyjurkjes prikkelen de fantasie niet. Ze zijn namelijk maar geschikt voor één rol: Batman of Mega Mindy.
Dit geldt niet voor kostuums die gebruikt worden in een voorstelling. Daar kan het wel van belang zijn om een personage zo duidelijk mogelijk aan te kleden.
In de dramales werkt het het prettigst als je kleding hebt die voor veel verschillende situaties en personages inzetbaar is, zoals een hoedje, bril of colbertje.
Ook is het belangrijk dat een leerling zich prettig voelt in een kostuum. Al vindt de rest van de groep dat de bloemetjesjurk perfect bij de oma past, als de betreffende leerling zich daar niet goed bij voelt: niet doen! Oncomfortabel voelen in kleding werkt direct door in het spelen van een personage en het neerzetten van een scène.
Het is fijn als de kleding een speler niet in de weg zit. Te hoge hakken, te lange jurken, te kleine petjes. Ze belemmeren de bewegingsvrijheid van de speler, waardoor deze niet vrijuit kan spelen.
Laat leerlingen ook nadenken of kleding echt iets toevoegt aan hun personage. Is het nodig om een spion van onder tot boven uit te dossen of volstaat een simpel brilletje? Hierbij geldt vaak: less is more.
Introduceren van kostuums
Denk goed na over het moment waarop je de kleding introduceert in de dramales. Kostuumstukken hebben een grote aantrekkingskracht op leerlingen en dit kan de aandacht voor de rest van de les opeisen.
Als je kleding als inspiratiebron voor je les inzet, is het uiteraard noodzakelijk dat je dit al aan het begin introduceert.
Kostuums als versterking voor het personage kunnen echter ook pas bij de maakopdracht ingebracht worden. Je kunt de leerlingen bijvoorbeeld een kostuum laten kiezen op het moment dat zij de scène en personages al vast hebben gelegd met elkaar. Op die manier zullen de leerlingen gerichter een kostuum samenstellen passend bij hun rol.
Het samenstellen van een kostuumkist
Het is prettig als je als leerkracht direct gebruik kunt maken van kledingstukken die in de school aanwezig zijn. Daarom is het fijn om een kostuumkist samen te stellen. Denk bij het samenstellen van de kist vooral na over de toepasbaarheid ervan. Het is belangrijk dat de kostuums tot de verbeelding spreken en op vele manieren in te zetten zijn.
Voorbeeld inhoud kostuumkist:
- Diverse soorten hoedjes (pet, baret, bolhoed, sombrero)
- Boa’s
- Brilletjes in verschillende vormen en maten
- Pruiken
- Sieraden als parelkettingen en grote ringen
- Sjaaltjes
- Bijzondere jasjes en overhemden
- Stropdassen en strikjes
- Handtassen en koffers
- Jurken en rokjes
- Truien en vesten
Het is leuk als de kleding echt afwijkt van wat de leerlingen in het dagelijks leven dragen. Dus bijvoorbeeld een ouderwets gebreide trui of een bloemetjesjurk. Dit prikkelt de fantasie en laat voldoende ruimte voor het neerzetten van verschillende personages.
Veel speelplezier!
Mirjam Wolff
op 12 Apr 2019