Kerst

Groep 5/6 gaat in deze dramales aan de slag met kerstliedjes. Door middel van pantomime ontdekken de leerlingen hoe zij liedteksten omzetten in handeling en beweging.

De leerlingen lopen door de ruimte op muziek. Wanneer de muziek stopt, noem je een handeling die past bij Kerstmis. De leerlingen beelden dit zonder geluid op hun plek uit. Als je de muziek weer start, lopen zij verder totdat een volgende handeling gevraagd wordt.

Voorbeelden:

• kerstboom optuigen
• kerstliedjes zingen
• mooiste kleding aandoen
• schaatsen
• spelletje doen
• kerstmusical spelen
• kerstdiner eten
• sneeuwpop maken
• cadeautjes openmaken

Muziek Les CD 1, nr. 18

Je verdeelt de leerlingen in tweetallen. De tweetallen lopen samen door de ruimte. Leerling 1 doet een spelsuggestie: "Zullen we gaan...?" En noemt daarbij een handeling die past bij Kerstmis en winter, bijvoorbeeld schaatsen. Leerling 2 beantwoordt deze suggestie met een enthousiast "Ja!" en beide leerlingen beelden de handeling pantomimisch uit. Vervolgens doet leerling 2 een spelsuggestie, die wederom uitgebeeld wordt. De tweetallen herhalen dit tot ieder een aantal voorstellen gedaan heeft.

Tip: Het is belangrijk dat de spelsuggesties geaccepteerd worden. Wanneer dit niet gebeurt, stagneert het spel en het spelplezier.

De leerlingen blijven in dezelfde tweetallen als in de voorgaande oefening. Je speelt een aantal kerstliedjes af, die in tekst goed te volgen zijn. Uiteraard kun je ook een aantal liedjes zingen. Voorbeelden hiervan staan in de spelkaarten bij deze les. De tweetallen beelden tegelijkertijd pantomimisch de tekst uit. Wanneer de tekst te snel gaat, kun je af en toe pauzeren.

Tip: Je kunt eerst een liedje gezamenlijk doen, zodat de leerlingen de opdracht begrijpen. Maak daarbij het verschil duidelijk tussen het uitbeelden van een handeling of het gebruiken van gebarentaal, zoals in het spel Hints. In het liedje "Wat een sterren", kun je met je vingers een ster in de lucht tekenen, maar in deze oefening gaat het erom dat je de handeling van het bekijken van de sterren uitbeeldt.

Je verdeelt de leerlingen in maximaal 6 groepen. Elke groep krijgt een spelkaart met daarop een kerstliedje (zie spelkaarten). De groepjes maken met elkaar een scène waarin zij de liedtekst zonder geluid uitbeelden. Het gaat erom dat zij de liedtekst zo duidelijk mogelijk maken, zonder daarbij te vervallen in gebarentaal. Hierna worden de scènes aan elkaar gepresenteerd en raadt het publiek welke liedjes uitgebeeld worden. Wanneer een liedje niet geraden wordt, mag de groep de scène nogmaals presenteren, maar ditmaal terwijl ze het liedje tegelijkertijd neuriën.

Spelkaarten kerstliedjes downloaden

De leerlingen worden in twee groepen verdeeld, de kerstbomen en de kerstmannen. Beide groepen staan op een lijn tegenover elkaar. Je vertelt een verhaal over kerstbomen en kerstmannen. Wanneer je het woord "kerstbomen" zegt, moeten de kerstmannen zo snel mogelijk naar hun achterlijn (bijvoorbeeld de muur) zien te komen, terwijl de kerstbomen proberen zoveel mogelijk kerstmannen te tikken. Iedere getikte kerstman hoort nu bij de kerstbomen. Hierna keren de leerlingen weer terug naar het midden en vervolgt je je verhaal. Wanneer je in het verhaal "kerstmannen" noemt, zijn de rollen omgedraaid.