De leerlingen lopen door de ruimte. Jij bent de fotograaf en staat op een centraal punt in de ruimte. Je zegt telkens 'Ik maak een foto van…' plus een onderwerp dat met de vakantie te maken heeft, bijvoorbeeld '… een dagje in de dierentuin'. Op dat moment rennen de leerlingen zo snel mogelijk naar je toe, zodat zij goed op de foto komen en beelden met elkaar het onderwerp van de foto uit in een stilstaande pose. Wanneer de foto gemaakt is, lopen de leerlingen weer verder.
Tip: Je kunt telkens van positie en richting in de ruimte veranderen, zodat de leerlingen geconcentreerd moeten blijven om in het blikveld van de denkbeeldige camera terecht te komen.
Variatie: Vraag ook de leerlingen fotograaf te zijn en een memorabel moment uit hun vakantie in beeld te brengen.
Voorbeelden:
- Met pech langs de snelweg
- Dineren in een chique restaurant
- Opzetten van de tent op de camping
- Duiken in de Middellandse Zee
- Een museumbezoek
- Dansen in de disco
- Een safari door het regenwoud
- Verdwalen in een vreemde stad
