Dramalessen 'Een sterke groep'

voor trainers Kenniscentrum Omgaan met pesten

Wat ontzettend leuk dat je op deze pagina terecht gekomen bent. Hier vind je de lessenserie 'Een sterke groep', 4 dramalessen voor alle groepen in het basisonderwijs. De lessen zijn ontwikkeld door DramaOnline, in samenwerking met Kenniscentrum Omgaan met pesten.


In de lessen wordt gebruikt gemaakt van de toolkit 'Ik denk me sterk'.

We bieden jou als trainer van Kenniscentrum Omgaan met pesten deze lessen, die focussen op het vormen van een sterke groep, gratis aan.


Wil je vaker met drama aan de slag?

DramaOnline is een complete dramamethode voor het basisonderwijs, van groep 1 t/m 8. Een schat aan waardevol lesmateriaal: honderden kant-en-klare dramalessen, korte dramaoefeningen, instructievideo's en spelkaarten. DramaOnline biedt enerzijds structuur en houvast en tegelijkertijd alle vrijheid om jouw lesprogramma vorm te geven zoals jij wilt.

Neem gerust een kijkje op onze website voor alle info over de lesmethode. Of vraag een jaarabonnement aan.

Veel plezier met de dramalessen!


Groep 1/2

Een sterke groep

Deze dramales voor groep 1/2 maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren.


Techniek: Toneelspel | Kerndoelen: Eigen leefwereld vormgeven, Groepsproces, Gevoelens uiten| Duur: 35 minuten

Een sterke groep (gr. 1/2)

Introductie Een sterke groep (inleiding)

Deze dramales maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren. Het spel is los te verkrijgen via https://dramaonline.nl/kaartspellen/ 


Ben je op zoek naar meer manieren om de toolkit in te zetten? Neem dan een kijkje op www.ikdenkmesterk.nl/downloads

De lessenserie ‘Een sterke groep’ is ontwikkeld in samenwerking met Kenniscentrum Omgaan met Pesten en heeft als doel de leerlingen uit te nodigen actief bij te dragen aan een positieve sfeer in de groep.


Bekijk met de leerlingen een aantal associatie & helpende gedachten kaarten. Bespreek de afbeelding en de bijbehorende tekst. Kunnen ze een voorbeeld noemen waarop de gedachte van toepassing is? Welk gevoel krijgen de leerlingen van de kaartjes? 

Vertel de leerlingen dat ze aan de slag gaan met zinnetjes die je in je hoofd hebt. Dit kunnen zowel fijne als vervelende zinnetjes zijn. Door de zinnetjes in je hoofd krijg je een gevoel of doe of zeg je dingen op verschillende manieren.


Tip: Je kunt in deze dramales goed gebruik maken van een prentenboek. De boeken van Kikker zijn bijvoorbeeld heel geschikt. Kikker heeft namelijk vaak niet-helpende gedachten in zijn hoofd. Of het boek ‘De stip’ van Peter Reynolds, waarin een meisje overtuigd is dat ze niet kan tekenen.

Ik ben... (warming-up klassikaal)

De leerlingen bewegen door de ruimte. Noem een activiteit (schilderen, dansen, voetballen) of eigenschap (sterk, slim, snel). De leerlingen beelden uit dat ze hier heel goed in zijn. Herhaal dit met verschillende woorden. 

Bespreek de oefening kort na. Hoe voelt vertrouwen in jezelf en in wat je kunt?

Ik kan het niet (warming-up groepjes)

De leerlingen zitten in de kring. Om de beurt komen twee leerlingen naar het midden. Noem een niet-helpende gedachte die het tweetal kan uitbeelden. Bijvoorbeeld ‘ik ben niet sterk’ of ‘ik kan niet hoog springen’. De leerlingen beelden deze niet-helpende gedachte uit. Ze mogen hierbij samen spelen. Vraag de rest van de groep of zij goed kunnen zien welke niet-helpende gedachte wordt uitgebeeld. Herhaal dit met alle leerlingen en verschillende gedachten. 

Bespreek de oefening kort na. Hoe voelt het om geen vertrouwen te hebben in jezelf en in wat je kunt?

Ik kan anders denken (kern)

De leerlingen zitten in de kring. Laat het kaartje ‘Ik kan anders denken’ aan de leerlingen zien. Wat zien ze op de afbeelding? Bespreek met de leerlingen op welke manieren het kan helpen om anders te denken wanneer je een vervelend zinnetje in je hoofd hebt.

Vraag vier tot zes leerlingen bij je te komen en fluister hen een niet-helpende gedachte in. Bijvoorbeeld: 


- Ik heb geen vrienden. 

- Ik durf niets te zeggen in de klas. 

- Ik mag nooit meespelen. 

- Ik kan niet fietsen. 

- Ik word altijd laatste met spelletjes.


De leerlingen beelden de niet-helpende gedachte uit. Vervolgens laten de spelers zien wat er verandert als zij hun gedachte omzetten naar helpende gedachte. Dus van ‘Ik heb geen vrienden’ naar ‘Ik heb veel vrienden’. De leerlingen mogen hierbij samen spelen. Kan de rest van de groep raden welke (niet-)helpende gedachte het groepje leerlingen uitbeeldt?

Herhaal dit door telkens een nieuw groepje leerlingen een gedachte uit te laten beelden. 


Tip: Je kunt hierbij de helpende gedachte starters kaarten gebruiken. Met deze kaarten kun je samen met de leerlingen fijne en vervelende zinnetjes in je hoofd bedenken.

Nabespreking 'Een sterke groep' (afsluiting)

Bespreek de les na. Geef eventueel zelf een voorbeeld van een moment waarop het je heeft geholpen om anders te denken. Hebben de leerlingen ook nog voorbeelden? 

Wanneer zou dit je kunnen helpen in de groep? Bijvoorbeeld bij het omgaan met elkaar, samen spelen en leren. Hoe voel of doe of zeg je dingen tegen andere kinderen als je een helpende gedachte in je hoofd hebt? 

Hoe vind jij het als je zelf ergens minder goed in bent of iets niet kunt? Wat vind je dan fijn dat een ander doet of zegt? En wat zou jij kunnen doen of zeggen als een ander iets niet lukt?

Groep 3/4

Een sterke groep (gr. 3/4)

Deze dramales voor groep 3/4 maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren.

Techniek: Toneelspel | Kerndoelen: Emoties spelen, groepsproces, gevoelens uiten| Duur: 40 minuten

Een sterke groep (gr. 3/4)

Introductie Een sterke groep (inleiding)

Deze dramales maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren. Het spel is los te verkrijgen via https://dramaonline.nl/kaartspellen/ 


Ben je op zoek naar meer manieren om de toolkit in te zetten? Neem dan een kijkje op www.ikdenkmesterk.nl/downloads


De lessenserie ‘Een sterke groep’ is ontwikkeld in samenwerking met Kenniscentrum Omgaan met Pesten en heeft als doel de leerlingen uit te nodigen actief bij te dragen aan een positieve sfeer in de groep.


Kies van tevoren een aantal associatie en helpende gedachten kaarten uit, waarop duidelijke emoties te zien zijn. Bekijk een aantal van deze afbeeldingen met de leerlingen. Welke emoties herkennen ze? En wat is eigenlijk een emotie?

Emotieketting (warming-up klassikaal)

De leerlingen staan of zitten in de kring. Laat een kaart zien, benoem samen de emotie en maak hier een passende beweging bij. In het geval van blij bijvoorbeeld in de lucht springen of bij boos op de grond stampen. 

De leerlingen herhalen deze beweging om de beurt, waardoor deze de kring rond gaat. Herhaal dit met verschillende emoties, zoals blij, boos, bang en bedroefd.

Emotieketting 2 (warming-up klassikaal)

Herhaal de oefening, maar nu mag iedere leerling zelf een beweging bij de emotie bedenken en uitvoeren. Het is geen probleem als leerlingen hier elkaar nadoen.

Emoties spiegelen (warming-up groepjes)

De leerlingen staan in tweetallen tegenover elkaar in de ruimte. Leerling 1 maakt bewegingen die passen bij een emotie. Leerling 2 doet deze bewegingen na. Na een tijdje wisselen de rollen. 

Bespreek deze oefening kort na. Gebeurt het weleens dat iemand in de klas een emotie laat zien, die vervolgens wordt overgenomen door een ander? Wie kan een voorbeeld noemen? Heb je weleens gemerkt dat als iemand in de groep een gevoel laat zien, een ander dat gevoel ook krijgt? Wanneer was dat? Heb je dat zelf ook weleens gehad?

Ik ben er voor je (kern)

Vraag een leerling in het midden van de kring een minder fijne emotie uit te beelden. Dit mag in een stilstaand beeld of in één of meerdere bewegingen. Kan de groep zien welke emotie gespeeld wordt? 


Bespreek nu met de groep wat je zou kunnen doen als je iemand ziet die boos/verdrietig/bang/enz. is. In het geval van bangheid zou je bijvoorbeeld de hand van de ander kunnen pakken. Laat iedere reactie ook direct uitspelen door de twee leerlingen in het midden van de kring. Herhaal dit met een aantal verschillende reacties en emoties. 


Het doel van deze oefening is niet het wegnemen van de emotie. Bespreek met de leerlingen dat wanneer je ziet dat een kind een minder fijn gevoel heeft, je dat niet hoeft op te lossen of weg te nemen. Het helpt als je merkt dat andere kinderen er voor je zijn, troost of steun geven of je helpen. Dan kun je gemakkelijker omgaan met een vervelend gevoel. 

Helpende gedachten (afsluiting)

Lees een aantal helpende gedachten voor van de kaartjes (vooral de kaarten met de symbolen ruit, vierkant en vijfhoek zijn hier geschikt). Welke zinnen passen bij de voorgaande oefening? Welke zinnen zouden kunnen helpen om van de groep een nog fijnere groep te maken? Hoe komt dat? Wie kan een voorbeeld geven van een zin waarvan je al hebt gemerkt dat die voor een fijne groep goed werkt?


Tip: Leg de helpende gedachte starters kaarten op tafel. Laat de kinderen de starter afmaken en zelf zinnen bedenken voor een nog fijnere groep. 

Groep 5/6

Een sterke groep

Deze dramales voor groep 5/6 maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren.


Techniek: Tableaus| Kerndoelen: Eigen leefwereld vormgeven, groepsproces, gevoelens uiten| Duur: 45 minuten

Een sterke groep (gr. 5/6)

Introductie Een sterke groep (inleiding)

Deze dramales maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren. Het spel is los te verkrijgen via https://dramaonline.nl/kaartspellen/ 


Ben je op zoek naar meer manieren om de toolkit in te zetten? Neem dan een kijkje op www.ikdenkmesterk.nl/downloads


De lessenserie ‘Een sterke groep’ is ontwikkeld in samenwerking met Kenniscentrum Omgaan met Pesten en heeft als doel de leerlingen uit te nodigen actief bij te dragen aan een positieve sfeer in de groep.


Laat de leerlingen de associatie en helpende gedachten kaarten zien. Kies een kaart uit en vraag de leerlingen op welke manier de afbeelding verbonden is met de bijbehorende tekst. Wat roept de helpende gedachte op bij de leerlingen? Wat betekent de term ‘een helpende gedachte’?

Hoepel in beeld (warming-up klassikaal)

De leerlingen lopen door de ruimte. Op de grond liggen hoepels. De leerlingen mogen op een zelfgekozen moment in een hoepel stappen en een stilstaand beeld maken. Na even als beeld gestaan te hebben, stappen ze de hoepel uit en lopen verder. Per hoepel mag er telkens maar één leerling als beeld staan. 

Hoepel in beeld - met helpende gedachte (warming-up klassikaal)

Dezelfde opdracht als voorgaand, maar nu noem je telkens een zin van de kaarten. Bijvoorbeeld ‘Ik hoor erbij’ of ‘Ik ben lief voor mezelf’. De leerlingen maken nu stilstaande beelden die passen bij de genoemde helpende gedachte. In deze opdracht mogen de leerlingen met meerdere personen in een hoepel staan, zodat zij elkaar kunnen ondersteunen in het uitbeelden van de helpende gedachte. 


Tip: Kies helpende gedachten uit die tot de verbeelding spreken bij het maken van een beeld. 

Ons beeld (warming-up groepjes)

Verdeel de leerlingen in tweetallen. De tweetallen lopen door de ruimte. In iedere hoepel liggen één of twee helpende kaarten met de afbeelding naar boven. De tweetallen bekijken de afbeelding en maken samen een bijpassend beeld. Door de afbeelding na te maken of door het gevoel of het gedrag dat past bij de afbeelding in een beeld te gieten. Wanneer het beeld gevormd is, loopt het tweetal door naar een andere hoepel en maakt een volgend beeld. Stimuleer de leerlingen om te associëren en samen te werken door aandacht voor elkaar te hebben.

Ik mag mezelf zijn (kern)

Koppel tweetallen aan elkaar zodat er groepjes van vier tot zes leerlingen ontstaan. Ieder groepje kiest een associatie en helpende gedachten kaart uit. Zij bedenken een groepssituatie waarbij de zin op de kaart van toepassing zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld bij ‘Ik mag mezelf zijn’ een schoolfeest, waarbij één van de leerlingen in felgekleurde kleding binnenkomt, terwijl de rest zwarte kleding draagt. 


De groepjes maken een scène bestaande uit 5 stilstaande beelden rond de groepssituatie met de volgende stappen: 

1. Laat de situatie zien waarbij de groep een geheel is 

2. De situatie verandert 

3. De groep dreigt uit elkaar te vallen (ongewenst gedrag) 

4. De situatie verandert ten goede 

5. De groepssamenstelling is veranderd 


In het geval van het schoolfeest zou dat de volgende 5 beelden op kunnen leveren: 

1. Een groepje leerlingen in zwarte kleding staat te dansen 

2. Een leerling met felgekleurde kleding komt binnen 

3. Het groepje lacht de leerling uit 

4. De leerling laat zien dat hij trots is op zijn kleding of iemand komt voor de leerling op

5. De leerling danst mee met de groep 


Zorg dat de groepjes hun beelden goed repeteren, zodat ze deze achter elkaar zonder te overleggen kunnen presenteren. 


Hierna worden de scènes gepresenteerd. Bespreek elke scène kort na. Welke helpende gedachte zou op het kaartje kunnen staan? Wat zou het tegenovergestelde van deze gedachte (de niet-helpende gedachte) kunnen zijn? Hoe komt het dat deze niet-helpende gedachte zorgt voor een minder fijne sfeer in de groep?

Een nog fijnere groep (afsluiting)

Leg de kaarten die in de scènes gebruikt zijn met de tekst naar boven neer. Welke van de gedachten kunnen helpen om van de eigen groep een (nog) sterkere en fijnere groep te maken? Op welke manier? Hoe kun je zelf bijdragen aan een fijne groep? En hoe kun je dat samen doen?


Tip: Leg de helpende gedachte starters kaarten erbij. Wellicht zijn er leerlingen die zelf een helpende gedachte kunnen maken die bijdraagt aan een fijne groep.

Groep 7/8

Een sterke groep

Deze dramales maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren.


Techniek: Toneelspel| Kerndoelen: Eigen leefwereld vormgeven, Groepsproces, Gevoelens uiten| Duur: 50 minuten

Een sterke groep (gr. 7/8)

Introductie Een sterke groep (inleiding)

Deze dramales maakt onderdeel uit van de lessenserie over het vormen van een sterke groep. Centraal in de lessen staat de toolkit "Ik denk me sterk". Met deze toolkit leren kinderen niet-helpende gedachten herkennen en omzetten in helpende gedachten. Het spel draagt bij aan het scheppen van een divers en inclusief klimaat in groepen, waardoor leerlingen als individu en als groep beter gaan functioneren. Het spel is los te verkrijgen via https://dramaonline.nl/kaartspellen/ 


Ben je op zoek naar meer manieren om de toolkit in te zetten? Neem dan een kijkje op www.ikdenkmesterk.nl/downloads


De lessenserie ‘Een sterke groep’ is ontwikkeld in samenwerking met Kenniscentrum Omgaan met Pesten en heeft als doel de leerlingen uit te nodigen actief bij te dragen aan een positieve sfeer in de groep.


Laat de associatie en helpende gedachten kaarten zien. Vertel de leerlingen dat zij deze les zelf helpende gedachten gaan bedenken en ervaren hoe het voelt als je deze bewust inzet. Het beginpunt van deze zelfbedachte helpende gedachten zijn de helpende gedachte starters kaarten. Pak voor de eerste oefening de kaart ‘Ik kan..’ erbij.

Ik kan het! (warming-up klassikaal)

De leerlingen lopen door de ruimte. Noem de naam van een leerling. Hij of zij zegt ‘Ik kan…’ en vult dit aan met een activiteit. Bijvoorbeeld rennen, springen, blij kijken, mezelf heel groot maken, basketballen, enzovoort. Alle leerlingen beelden de genoemde activiteit direct zonder geluid uit. Herhaal dit met verschillende leerlingen. Houd het tempo hoog.

Ik kan het! - tweetallen (warming-up groepjes)

Verdeel de leerlingen in tweetallen. Leerling 1 zegt ‘Ik kan…’ en vult dit aan met een activiteit. Bijvoorbeeld ‘Ik kan ver springen’. Hij of zij beeldt dit direct uit. Leerling 2 zegt de tegenovergestelde zin, ‘Ik kan niet ver springen’ en beeldt dit ook uit. Hierna wisselen de rollen om. Herhaal dit een aantal maal, waarbij om de beurt leerling 1 en leerling 2 de initiatiefnemer van een activiteit is.


Bespreek de oefening kort na. Hoe voelt het om iets goed te kunnen? En om iets juist niet goed te kunnen? Heb je tijdens de oefening momenten gehad waarbij je zei iets goed te kunnen, terwijl je zelf vindt dat je dit eigenlijk niet goed kunt? Welke niet-helpende gedachten heb je zelf weleens in zo'n situatie? Hoe voelt dat?

Helpende gedachten bedenken (kern)

Verdeel de leerlingen in groepjes van ongeveer 4 personen. Ieder groepje krijgt een helpende gedachten starter. Samen bedenken de leerlingen met behulp van deze kaart een helpende gedachte, die zij fijn vinden en in welke situatie deze gedachte helpt.


Tip: Om de leerlingen op weg te helpen kun je van tevoren klassikaal samen een situatie bedenken waarbij de groepjes met hun starter helpende gedachten verzinnen.

Scène helpende gedachten (kern)

Laat de leerlingen de stapstenen zien. Op de achterkant van de kaarten zie je welke uitleg er bij iedere stapsteen hoort. Leg de stapstenen in de juiste volgorde (gebeurtenis, gedachte, gevoel, gedrag, gevolg). Bedenk klassikaal een verhaallijntje dat verloopt via de volgorde van de stapstenen, waarbij de gebeurtenis is ‘Tijdens de pauze schop ik de voetbal per ongeluk in de sloot’. Ga hierbij uit van niet-helpende gedachten.


Bijvoorbeeld:

  • Gebeurtenis: Tijdens de pauze schop ik de voetbal per ongeluk in de sloot.
  • Gedachte: Wat ben ik toch altijd een kluns! Waarom helpen ze mij niet? De klas wordt vast boos op mij, omdat het lang duurt voor we de bal weer uit de sloot hebben.
  • Gevoel: Ik schaam me. Mijn wangen worden rood en ik voel me zenuwachtig.
  • Gedrag: Ik zeg niks, ik duik in elkaar. Ik weet even niet wat ik nu moet doen.
  • Gevolg: Mijn klasgenoten schreeuwen tegen de juf dat ik de bal in de sloot heb geschopt. De juf roept me bij zich en zegt me heel snel het schepnet te gaan halen om de bal te pakken. Ik voel me rot over mezelf en niet geholpen door de groep.

Laat de leerlingen rondom deze situatie met de voetbal in de sloot nog een aantal verhaallijnen met niet-helpende gedachten bedenken met verschillende reacties van de klasgenoten die volgens de stapstenen zouden kunnen verlopen.

De groepjes bedenken nu zelf een verhaallijn waarbij alleen de gebeurtenis (Ik schop de voetbal per ongeluk in de sloot) hetzelfde blijft. Het verloop van de stapstenen erna verandert, doordat de gedachte verandert. In plaats van een niet-helpende gedachte, zetten de leerlingen hier een helpende gedachte in. Ze mogen hierbij putten uit de gedachten die ze in de vorige oefening bedacht hebben of een nieuwe bedenken. Welke gedachte is liever voor jezelf dan 'Wat ben ik toch een kluns' of 'Waarom helpen ze mij niet?' of 'De klas wordt vast boos op mij'?


Een voorbeeld zou kunnen zijn:

  • Gebeurtenis: Tijdens de pauze schop ik de voetbal per ongeluk in de sloot.
  • Gedachte: Dit kan gebeuren. Ik los het op. Ik ga om hulp vragen.
  • Gevoel: Ik schrik en voel mij kort ongemakkelijk. Daarna voel ik mij rustig. Mijn lichaam voelt weer ontspannen.
  • Gedrag: Ik vraag aan een klasgenoot of ze met mij mee wil lopen om het schepnet op te halen bij de conciërge. Ik loop naar de juf en vertel dat ik het schepnet ga halen voor de bal in de sloot.
  • Gevolg: Mijn klasgenoten spelen ondertussen tikkertje op het voetbalveld. De juf is blij dat ik het oplos en bedankt mij daarvoor. Ik voel me trots dat ik zo snel de bal weer heb gepakt en ben blij dat mijn klasgenoten ondertussen plezier hebben gemaakt.

De groepjes maken bij deze verhaallijn een scène. Ze mogen hierbij praten. Hierna worden de scènes aan elkaar gepresenteerd. Welke invloed heeft stapsteen 2 (gedachte) op het verloop? Reageren klasgenoten ook anders als je daarna een ander gevoel hebt en ander gedrag laat zien?

Effect op de ander (afsluiting)

Bespreek de les samen na. Je hebt geen invloed op de gedachten en het gedrag van anderen. Alleen op dat van jezelf. Jouw gedachten, gevoel en gedrag kunnen echter wel een effect hebben op hoe anderen op jou reageren. Wie heeft daar een voorbeeld van? Wanneer heb je gemerkt dat jouw gedachten, gevoel en/of gedrag invloed hadden op hoe anderen op jou reageren?


Wat zou je kunnen doen of zeggen wanneer je ziet dat iemand per ongeluk de voetbal in de sloot schopt tijdens de pauze? Of iets anders ervaart waar hij of zij zich voor schaamt? Op welke manier kun je hier positief bijdragen aan een fijne groep? Denk hierbij aan wat je zelf kunt doen, wat je samen kunt doen en hoe je anderen kunt aanspreken op gedrag dat het gevoel van schaamte groter maakt.

Klaar om met DramaOnline

aan de slag te gaan?